Uit onderzoek van automobielvereniging ADAC blijkt dat thuisladen efficiënter verloopt wanneer je het sneller doet via een wallbox.
“Een beetje verlies heb je altijd”. Het is een leuze die van toepassing is op zowat alles in het leven, en ook op het opladen van een elektrische auto. Het betekent dat niet elke kWh die je thuislader of wallbox verbruikt in je accu terecht komt, maar dat er enkele kWh’en verloren gaan.
Hoeveel dat laadverlies juist bedraagt voor thuisladen hangt af van verschillende factoren. Uit een onderzoek van ADAC, de Duitse tegenhanger van onze VTB-VAB, blijkt dat één van de belangrijkste factoren de laadsnelheid is.
ADAC deed de test met vier auto’s: de Renault Zoe, de VW ID.3, de Tesla Model 3 en de Fiat 500e.
Alle modellen tekenden een hoger laadverlies op wanneer ze traag geladen werden aan een huishoudelijk stopcontact (2,3 kW). Bij de Zoe liep het laadverlies op tot 24,2%, maar 12% tot 15% lijkt de norm te zijn voor een gemiddelde EV.
Laden aan 11 kW via de wallbox deed het laadverlies voor alle modellen dalen, tot 6% à 10% (afgerond). Trager laden via de wallbox deed het laadverlies stijgen, tot 9% à 14% (afgerond).
Waar komen de verliezen vandaan?
Een elektrische auto werkt op gelijkstroom, en ons elektriciteitsnetwerk op wisselstroom. Een deel van de stroom gaat verloren tijdens de omzetting van wissel- naar gelijkstroom.
LEES OOK: Capaciteitstarief kan EV-rijder goedkoper én duurder uitkomen
Verder zijn er tijdens het laden heel wat regelsystemen actief in de auto, die zowat 100 W tot 300 W verbruiken. Hoe sneller je laadt, hoe minder lang deze systemen actief moeten zijn, en dus hoe minder stroom er verloren gaat.
Er gaat ook stroom verloren in de kabels tussen de meterkast en je auto. Hoe korter en hoe “dikker” de bekabeling is om tot aan je auto te geraken, hoe kleiner de verliezen.
Wil je nieuws zoals dit onmiddellijk ontvangen via whatsapp, schrijf je dan in op onze groep.